Varkensmestkorrel positief voor mais

Publicatiedatum: 15 augustus 2016

Een fosfaatmeststof maken uit dierlijke mest dat op een relatief goedkope manier in werking kunstmest kan vervangen. Een meststof met een zo hoog mogelijk fosfaatgehalte, constante samenstelling en passend in bestaande machines. Mogelijk kan het de praktische knelpunten in de fosfaatbemesting in Noord-Nederland oplossen én de acceptatiegraad voor dierlijke mest verhogen waardoor de regionale kringlopen gesloten worden. Met deze gedachte is een idee voor een bemestingsproef in Noord Nederland ontstaan.

Albert-Jan Bos, adviseur rundvee, van DLV Advies licht toe: “De aanleiding van deze proef is dat in 2014 de voorwaarden voor derogatie voor melkveebedrijven is aangepast. Eén van de nieuwe voorwaarden was toen dat deze bedrijven geen fosfaatkunstmest meer mogen aanvoeren. Het grootste deel van alle melkveehouders maakt gebruik van derogatie, zij hebben deze extra bemestingsruimte nodig om voldoende ruwvoer van hun land te kunnen halen voor hun koeien. Daarnaast zijn er in Noord Nederland veel percelen met relatief lage fosfaatgehaltes. Drijfmest rijenbemesting kan een alternatief zijn op maïsland maar op percelen met een lage draagkracht is dit slecht uitvoerbaar. Daarom is er behoefte aan een alternatieve fosfaat meststof in de rij voor maïs. Op gras kan met dierlijke mest op percelen met een lage fosfaatbeschikbaarheid onvoldoende fosfaat gegeven worden. Ook hier is een aanvulling met een fosfaatmeststof die past op derogatiebedrijven welkom.” De provincie Groningen ziet deze situatie ook in haar provincie en heeft een bijdrage aan deze demonstratie geleverd.

Proefopzet

Dit jaar wordt op twee locaties in noord Nederland een bemestingsproef uitgevoerd met een dierlijk fosfaat meststof met de herkomst uit varkensmest. In deze proef wordt deze pellet naast de standaardbemesting met rundveedrijfmest en N-S kunstmest gegeven en vergeleken met een object waar alleen de standaard bemesting gegeven is. De proef is in Lucaswolde en in Zeijen aangelegd en in zowel gras als maïs. De pellet is geproduceerd door Mestverwerking Friesland. Directeur Jan Scherff geeft aan, “We willen graag de mogelijkheden bekijken om mest op een efficiëntere en goedkopere manier te verwerken in het belang van de veehouderijsector. Een meststof produceren met een mogelijke efficiëntere fosfaatwerking ten opzichte van traditionele meststoffen en zorg dragen voor voldoende organische stof in de bodem is zowel voor de veehouderij als akkerbouw van belang.”

Resultaten gras

Bos: “In de eerste snee gras in Lucaswolde laat een aanzienlijk verschil van 0,7 in fosfor gehalte zien. Het grasmonster van het deel van het perceel wat alleen met drijfmest en Kas-S is bemest kwam op 2,6 gram P /kg droge stof, het deel wat daarnaast nog 700 kg mestkorrel NPK 2-4-3 had gekregen kwam uit op 3,3 gram P/kg ds. Dit laatste gehalte is theoretisch voldoende om een eerste snede opbrengst van rond de vier ton droge stof te halen. Een fosfaatgehalte van 2,6 is te laag. De versgras opbrengst van het behandelde gedeelte was ook hoger. 

De eerste snee gras in Zeijen laat een veel kleiner verschil zien in fosforgehalte. Deze snee is ook later gemaaid en heeft relatief hoge droge stof opbrengsten. Hoe hoger deze opbrengst hoe groter de kans dat het fosfor is uitgedund over de kilo’s droge stof. De resultaten van de tweede snedes zijn nog niet bekend.

Resultaten maïs

In de maïs is de fosfaat meststof vergeleken met de standaard bemesting van alleen rundveedrijfmest en N-S kunstmest en de standaardbemesting met Iseed. Tot nu toe is op beide locaties waar te nemen dat de maïs op de velden met de fosfaat meststof forser is dan de andere twee. Het blijkt in ieder geval een goede startgift te zijn voor de beginontwikkeling van de plant. Niels de Boer uit Lucaswolde voegt toe: “In de proefstrook met de fosfaatmeststof was het gewas eerder gesloten dan de rest van het perceel. Ook had de maïs in de proefstrook de pluim er eerder in en is het blad donkergroener van kleur.” Hoe de maïs zich verder ontwikkeld dit seizoen wordt nauw gevolgd.

Neem voor meer informatie contact op met Albert-Jan Bos via a.bos@dlvadvies.nl of 06 22 99 32 50.

Snelle goedkeuring voor Renure als kunstmestvervanger noodzakelijk

Recente ontwikkelingen binnen de Europese Commissie brengen mogelijk een doorbraak voor de agrarische sector: het gebruik van bewerkte dierlijke mest als...

Lees verder

Praktische tips bij invullen Gecombineerde Opgave

Vorig jaar hebben we gezien dat de uitdagingen rondom de Gecombineerde Opgave aanzienlijk zijn toegenomen. De implementatie van het nieuwe Gemeenschappelijk...

Lees verder

Meer nieuws

Onze adviseurs staan
voor u klaar

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt DLV Advies gebruik van cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken in ons Privacybeleid