Interesse in een laadpaal? SPRILA-subsidie is nu open
Voor agrarische ondernemers met een nevenactiviteit zoals een horecagelegenheid of een Bed & Breakfast (B&B) kan het plaatsen van een laadpaal...
Lees verderZonnepanelen zijn hot. Maar soms werpt het energiebedrijf een drempel op om ze te leggen. Terugleveren is namelijk niet altijd mogelijk. Als er dan toch panelen komen, moet het teveel aan energie op het bedrijf blijven. Gebruiken, voor bijvoorbeeld de koeling van een bewaarplaats, ligt dan niet direct voor hand maar is wel een serieuze optie.
De energiemarkt kent op dit moment drie problemen, geeft Harrie Versluis, productmanager bouw bij DLV Advies, aan. “Het energienet is qua capaciteit ontoereikend aan het worden. Grootverbruikers op sommige locaties mogen niet terugleveren.” Daarbij mag een grootverbruiker niet salderen. Dus dit speelt dagelijks, als er een overschot aan energie op het bedrijf is. Tweede is dat er nu al grote gebieden in Nederland zijn waar een nieuwe, grootverbruiksaansluiting niet mogelijk is. Sinds dit voorjaar speelt nog een derde aspect: ”Energie is schreeuwend duur geworden. De balans tussen inkoop en verkoop is totaal weg.”
Al deze aspecten riepen bij klanten van Harrie en zijn collega’s de vraag op wat te doen met eigen energie. In zijn gedachten daarover slaat hij accu’s over. “Daar is een forse investering voor nodig. Ik heb onderzocht of het mogelijk is energie op een andere manier te bufferen.” De adviseur zoekt grootverbruikers op het akkerbouwbedrijf en komt uit bij mechanische koeling. “Wat als we gaan koelen op het moment dat er stroom over is?”, zo stelt hij zichzelf de vraag. Hij duikt in de materie, doet onderzoek – mede met hulp van provincie Flevoland – en komt tot de conclusie dat er mogelijkheden liggen. Hij richt zich vooralsnog op bewaarpeen maar ook andere producten hebben zijn belangstelling.
Om de mogelijkheden van de koeling op de bedoelde manier te benutten, is wel een open blik van de teler nodig. Niet hijzelf, maar het weer gaat bepalen wanneer er gekoeld wordt. Hoewel hij altijd in kan grijpen als dingen mis dreigen te gaan. “Maar dat moet en kan hij ook als er alleen ‘s nachts gekoeld wordt.”
Feit blijft dat op een zonnige voorjaarsdag het product zomaar 0,2 graden in temperatuur kan dalen. Soms kan de temperatuur dan ook onder de gewenste waarde komen. Het is aan de teler om dan in te grijpen of niet. “De volgende dag kan het bewolkt zijn en wordt er niet gekoeld. De temperatuur stijgt weer.” Zo schommelt de bewaartemperatuur wat met het weerbeeld mee. Harrie ziet geen problemen met deze temperatuurverschillen. “Met andere soorten van koeling wordt er soms ’s morgens een uur koude nachtlucht ingeblazen en gebeurt er de rest van de 24 uur niets. Dan loopt de temperatuur ook op.” Belangrijker vindt hij dat een teler wéét wat de temperatuur is. “Ken de feiten, ken het product. Dan is vrijwel alles bij te sturen.” Dat bijsturen kan betekenen dat er extra gekoeld moet worden met ingekochte stroom. Dat moet dan ook gebeuren, geeft Harrie aan. In zijn dagelijkse praktijk begint hij een verkeerde zuinigheid te zien. “Zeer begrijpelijk, stroom en gas zijn duur. Maar blijf altijd rekenen en houdt de eindstreep in de gaten.”
Harrie zou het bij- en aansturen graag automatiseren. Hij is daarover in gesprek met diverse aanbieders van koeltechniek. “Een koelinstallatie werkt al met een scala aan parameters, daar komt er nu één bij: de zon.” Punt is veel meer dat er grote verschillen zijn in bewaarplaatsen. “Welk product ligt er in, hoe is de luchtverdeling, wat is de capaciteit?” Al deze vragen moeten beantwoord worden. Ook hier geldt: weet wat er gebeurt. “Ik kom verschillen tegen van meer dan twee graden tussen de kisten in een kistenbewaring.” Softwarematig zal ook hier rekening mee moeten worden gehouden. De software kan ook koelstromen gaan verdelen, geeft hij aan. In plaats van ‘aan/uit’ kan de installatie ook de pieken in stroomoverschot gebruiken om steeds een aantal cellen te koelen. “Een principe dat overigens in de bollenteelt al heel gebruikelijk is.” Het is voor de adviseur duidelijk een verandering van gedachten: niet het maximale, maar het optimale wordt gedaan. “Spelen met parameters. Maar ook met de vraag wat het product nodig heeft en hoeveel energie daarin gestopt wordt.”
En dan is er nog het punt dat in de zomer, met veel zonuren, dus veel zonne-energie, de meeste bewaarplaatsen leeg zijn. Harrie: “Dat is inderdaad een aandachtspunt. Maar de koeling staat niet op zichzelf.” Hij doelt op andere grootverbruikers: een sorteerlijn die jaarrond gebruikt wordt of een waterstofinstallatie. Het is aan de teler om manieren te bedenken om zijn stroomoverschot zelf in te zetten. Of er voor te zorgen dat er geen stroomoverschot is. “Het kan een interessante rekensom worden om te kijken wat de rentabiliteit is van het uitschakelen van zonnepanelen. Dus eigen stroom als het kan, uitschakelen als het moet, maar geen dure inkoop.”
Wilt u meer weten over dit artikel of over het (automatisch) bij laten sturen van stroom? Neem dan geheel vrijblijvend contact op met Harrie Versluis of één van onze andere adviseurs. Zij helpen u graag om uw vragen te beantwoorden.
Dit artikel is overgenomen van Agraaf.nl
Voor agrarische ondernemers met een nevenactiviteit zoals een horecagelegenheid of een Bed & Breakfast (B&B) kan het plaatsen van een laadpaal...
Lees verderDe prijzen van accu’s voor energieopslag dalen momenteel sterk. Voorheen was de aanschaf van zo’n accu voor bijvoorbeeld de opslag van je eigen...
Lees verder