Tussen 1 mei tot 31 mei 2024, konden melkveehouders in (de buurt van) een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied, samen met één of meer collega’s subsidie aanvragen voor de extensiveringregeling. De jaarlijkse vergoeding is € 2.430 per hectare per bedrijf voor extensivering tot 100 kilogram stikstofdierexcretie en € 1.680 per hectare per bedrijf voor extensivering tot 150 kilogram stikstofdierexcretie. DLV Advies heeft voor 12 groepen deze regeling aanvraagd. Nu de beschikkingen binnen zijn kunnen de groepen werken aan een extensieve vorm van melkveehouderij en de stikstofuitstoot verminderen. DLV Advies begeleidt deze groepen gedurende 4 jaar.
Over de extensiveringsregeling
Het primaire doel van deze regeling is om een extensieve vorm van melkveehouderij te stimuleren en de stikstofuitstoot te verminderen. De subsidieperiode van vier jaar is bedoeld voor melkveehouders die strategisch willen extensiveren of de overstap naar biologische landbouw overwegen. Ook voor de ondernemers die gefaseerd willen stoppen, is de regeling interessant. Deze subsidie maakt de overstap financieel aantrekkelijk.
Voor wie is de subsidie?
Deze regeling richt zich op samenwerkingsverbanden waarin grondeigenaren en -gebruikers gezamenlijk maatregelen nemen om de doelen te bereiken. Het gaat om drie subsidiecategorieën met elk eigen voorwaarden en een eigen budget, namelijk:
het opzetten van een samenwerkingsverband of het opstellen van een gebiedsplan in veenweidegebieden of overgangsgebieden Natura 2000;
uitrol van maatregelen in veenweidegebieden;
uitrol van maatregelen in overgangsgebieden Natura 2000.
Vergoeding bij extensivering in overgangsgebieden Natura 2000
Voor de uitrol van maatregelen in overgangsgebieden ontvangen de deelnemers een vergoeding voor de kosten die verband houden met de verlaging van de stikstofdierexcretie. Waarbij gekozen kan worden uit twee niveaus:
Bij een daling tot 150 kilogram stikstofdierexcretie per hectare ontvangt de deelnemer een jaarlijkse vergoeding van € 1.680 per hectare per bedrijf.
Bij een daling tot 100 kilogram stikstofdierexcretie per hectare ontvangt de deelnemer een jaarlijkse vergoeding van € 2.430 per hectare per bedrijf.
Daarnaast wordt er subsidie gegeven voor:
Het coördineren van de samenwerking en het opstellen van bedrijfsplannen.
Het begeleiden, uitvoeren en uitwerken van bedrijfsplannen.
Het uitvoeren van communicatie.
Het opstellen van rapportages.
Kracht van samenwerking
Minimaal 50% van de deelnemende percelen moet binnen 2,5 km van een stikstofgevoelig Natura 2000-overgangsgebied liggen en minimaal 70% van de stikstofdierexcretie moet afkomstig zijn van melk- en kalfkoeien. Een andere voorwaarde is dat er geen kunstmest meer gebruikt mag worden. Essentieel is de kracht van samenwerking en de kwaliteit van de groep. Door een slimme samenwerking kan er veel worden bereikt en kan het hoogst haalbare uit deze regeling worden gehaald.
Voorwaarden
Om voor subsidie in aanmerking te komen, voldoet u aan deze voorwaarden:
Bij deelname vermindert u de stikstofuitstoot van uw melkveehouderij tot maximaal 100 of 150 kilogram stikstofdierexcretie per hectare.
Minimaal 50% van de percelen ligt binnen 2,5 km van een stikstofgevoelig Natura 2000-overgangsgebied. Ook elk melkveehouderijbedrijf dat meedoet, ligt voor minimaal 50% binnen dit gebied.
Een melkveehouderij heeft minimaal 80% aan grasland op landbouwareaal.
Minimaal 70% van de stikstofdierexcretie komt van melk- en kalfkoeien.
De gemiddelde stikstofdierexcretie van het bedrijf is minimaal 50 kilogram stikstof per hectare.
Na goedkeuring van de subsidieaanvraag start het project binnen twee maanden.
Het project duurt vier jaar en eindigt uiterlijk op 31 december 2028.
De oppervlakte van de gezamenlijke percelen zijn bij elkaar minimaal 200 hectare groot.
Een melkveehouderij kan meedoen aan maximaal één samenwerkingsverband dat deze subsidie aanvraagt.
In 2024 heeft DLV Advies voor verschillende groepen melkveehouders in Nederland de subsidieaanvragen ingediend. Nu deze subsidies zijn toegekend, begeleiden wij de komende vier jaar (2024 – 2028) deze groepen bij de uitvoering van hun plannen.
Onze begeleiding richt zich op:
Individuele bedrijfsplannen – Concrete stappen per melkveehouder om de stikstofuitstoot te verlagen
Monitoring en rapportages – Voortgang bewaken en tussentijdse evaluaties uitvoeren
Kennissessies en bijeenkomsten – Ervaringen delen binnen en tussen de groepen
Communicatie en samenwerking – Zorgen dat alle betrokken partijen goed geïnformeerd blijven