Zuid Limburg
Het samenwerkingsverband omvat vier verschillende melkveehouders, allemaal gevestigd in de provincie Limburg. Drie van hen opereren in gebied Zuid-Limburg, terwijl de vierde zich bevindt in Midden-Limburg. Elk van deze vier individuele bedrijven heeft zijn eigen unieke kenmerken.

Overstap naar biologische landbouw
Het biologisch melkveebedrijf heeft 80 melkkoeien die efficiënt worden gemolken door middel van één geavanceerde melkrobot. Het bedrijf heeft 76 hectare in gebruik, waarvan een aanzienlijk deel bestaat uit vruchtbaar grasland. Van 2000 tot en met 2010 heeft de familie biologisch geproduceerd maar is daarna wegens marktomstandigheden overgegaan op gangbare productie. In 2021 is het bedrijf opnieuw omgeschakeld naar een biologische bedrijfsvoering. De beslissing om weer volgens biologische productiewijze te ondernemen kwam voort uit de opgaven in het gebied waar het bedrijf ligt. Omdat ze al grondgebonden waren, was de overstap naar biologische landbouw vloeiend te maken.

Al 25 jaar een extensieve biologische bedrijfsvoering
Het biologisch melkveebedrijf hanteren al 25 jaar een extensieve biologische bedrijfsvoering. Ze beheren een kudde van 65 melkkoeien en 40 stuks jongvee op een terrein van meer dan 70 hectare. Een deel van deze grond is eigendom van Staatsbosbeheer en Waterleiding Maatschappij Limburg (WML), waarbij beperkingen gelden. Het achterste deel van de huiskavel van de famialie grenst aan een Natura 2000-gebied en de percelen van Staatsbosbeheer en de WML grenzen vrijwel allemaal aan Natura 2000-gebieden.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Het melkveebedrijf telt 122 melkkoeien met bijbehorend jongvee. De familie is voortdurend bezig met het verwerven van extra grond en streeft naar een extensiever bedrijfsmodel. Door deelname aan de extensiveringsregeling overwegen de ondernemers om over te schakelen naar biologische landbouw. Daarnaast zet de familie zich in met het opzetten van een kleinschalig paardenrusthuis, als onderdeel van hun streven naar maatschappelijk verantwoord ondernemen. De ruimte en ligging van hun bedrijf bieden gelegenheid om extensivering te stimuleren, waardoor ze een positieve bijdrage leveren aan de lokale gemeenschap en het milieu.

Melkkoeien gedijen goed op weidegrond
Dit melkveebedrijf bevindt zich te midden van het Natura 2000-gebied ‘Gulp en Geuldal’. Het bedrijf heeft 80 melkkoeien en een klein akkerbouwgedeelte voor voedergewassen. De melkkoeien behoren tot het ras MRIJ, bekend om hun geschiktheid voor uitgebreide weidegang. De ondernemer past dan ook graag weidegang toe op zijn locatie, hoewel dit ras niet hoogproductief is, gedijt het goed op veel weidegrond zonder problemen. Het bedrijf heeft plannen om verder te verduurzamen, in harmonie met de natuurlijke omgeving. Zo heeft hij al struweelhangen, meidoornhagen, hakhoutbossen en een hoogstamboomgaard. De hoogstamboomgaard heeft ook een schaduwwerking voor de melkkoeien die buiten lopen.
Huidige situatie
Binnen het project willen vier melkveehouders met in het totaal 327,93 extensiveren door het productie- en bemestingsvolume te verlagen van het melkveehouderijbedrijf tot maximaal 150 of 100 kg stikstof dierexcretie per ha per bedrijf waarbij het gebruik van stikstofhoudende kunstmest niet is toegestaan. Door een goede begeleiding en een goede samenwerking wordt er gewerkt aan deze uitdaging. Het project richt zich op de N2000 gebieden Het Geuldal, Savelsbos, Roerdal, Meinweg, Geleenbeekdal, Kunderberg, Bemelerberg & Schiepersberg en Noorbeemden & Hoogbos.
Omschakelen kan leiden tot duurzamere toekomst
De opgaven vanuit natuur (stikstofopgave) zijn groot in en rond stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden. Echter, het lukt nog niet om in de markt voldoende volume te maken om de grote opgave voor extensiveren van agrarische bedrijven in en rond stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden te ondersteunen. Er is dus een grote behoefte aan extra ondersteuning vanuit de overheid. Deze regeling is hierin een uitkomst. De agrariërs die deelnemen aan dit samenwerkingsverband beseffen dat ze het middels een samenwerking sneller kunnen realiseren dan wanneer zij op individuele basis stappen gaan ondernemen. Zij zijn gevestigd binnen een straal van 1.000 meter van Natura 2000-gebieden Savelsbos, Het Geuldal, Roerdal en Meinweg en in een straal van 2.500 meer van de Natura 2000-gebieden Bemelerberg & Schiepersberg, Noorbeemden & Hoogbos, Kunderberg en Geleenbeekdal. Zij zien dat omschakelen kan leiden tot een duurzamere toekomst. De samenwerking in overgangsgebieden N2000 heeft het voordeel dat er praktijkkennis kan worden gedeeld over extensivering bij agrarische bedrijven waardoor de haalbaarheid vergroot wordt. De mogelijkheden die deze regeling biedt, in combinatie met de mogelijkheden om van elkaar te leren en een serieuze bijdrage te kunnen leveren is voor de groep aanleiding genoeg om deel te nemen en het samenwerkingsverband te starten. In dit projectplan en bijbehorende bijlagen leest u hoe.
Type bedrijven |
||||
Het samenwerkingsverband omvat vier verschillende melkveehouders, allemaal gevestigd in de provincie Limburg. Drie van hen opereren in gebied Zuid-Limburg, terwijl de vierde zich bevindt in Midden-Limburg. Elk van deze vier individuele bedrijven heeft zijn eigen unieke kenmerken. | ||||
Type bedrijf | Excretie 2023 |
% Melkkoeien 2023* |
Oppervlakte grond |
Kg N/Ha |
Biologisch | 8637,88 | 95,2% | 76,64 | 113 |
Biologisch | 7415,31 | 79,0% | 73,42 | 101 |
Gangbaar | 17580,1 | 78,9% | 115,71 | 152 |
Gangbaar | 11393,44 | 70,7% | 62,16 | 183 |
* Het percentage melkkoeien t.o.v. het totaal aantal aanwezige dieren op het bedrijf
Gezamenlijke doelstelling
Het primaire doel bij dit samenwerkingsverband is het omschakelen / extensiveren van hun bedrijf om mee te kunnen in de transitie van de landbouw in en rond het stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden Het Geuldal, Savelsbos, Roerdal, Meinweg, Bemelerberg & Schiepersberg, Noorbeemden & Hoogbos, Kunderberg en Geleenbeekdal. Het concrete doel is dat de deelnemende agrariërs het productie- en bemestingsvolume verlagen van het melkveehouderijbedrijf tot maximaal 150 of 100 kg stikstof dierexcretie per ha per bedrijf waarbij het gebruik van stikstofhoudende kunstmest niet is toegestaan.
Doelstelling per bedrijf
Type bedrijf | Aantal HA | Huidig aantal kg stikstof dierexcretie per HA | Doelstelling: 100kg stikstof dierexcretie per HA | Doelstelling: 150kg stikstof dierexcretie per HA | Ecoregeling verlengde weidegang |
Biologisch | 76,64 | 113 | ![]() |
Overdag | |
Biologisch | 73,42 | 101 | ![]() |
Overdag | |
Gangbaar | 115,71 | 152 | ![]() |
Overdag | |
Gangbaar | 62,16 | 183 | ![]() |
Dag en nacht |
Extensiveren draagt bij aan stikstofdoelstellingen rond N2000 gebieden. Het heeft effect op de vermindering van de uitstoot van ammoniak en nitraat. De opgave in het N2000 gebied gebieden Het Geuldal, Savelsbos, Roerdal, Meinweg, Bemelerberg & Schiepersberg, Noorbeemden & Hoogbos, Kunderberg en Geleenbeekdal is groot. Om deze redenen willen dedeelnemende boeren werken naar een 100kg / 150kg stikstof dierexcretie per HA op hun percelen. Het draagt bij aan het beleidsdoel 'Natuur'.
24 versnipperde Natura 2000-gebieden
Provincie Limburg heeft 24, deels kleine (vooral in Zuid-Limburg), versnipperde Natura 2000-gebieden met veel externe invloeden van gronden er omheen. In en om deze gebieden komen 146 habitattypen en soorten voor. Voor 17 habitattypen en soorten heeft Limburg een grote verantwoordelijkheid, omdat deze soorten elders in Nederland niet of nauwelijks voorkomen. De Natura 2000-gebieden waarop dit samenwerkingsverband invloed heeft zijn als volgt:
▪ Het Geuldal: het Natura 2000-gebied Het Geuldal kenmerkt zich door zijn meanderende rivieren, glooiende heuvels en diverse flora en fauna, zoals de zeldzame gele dotterbloem en de ijsvogel.
▪ Savelsbos: het Natura 2000-gebied Savelsbos kenmerkt zich door uitgestrekte hellingbossen en kalkgraslanden met zeldzame planten zoals de wilde hyacint. Het gebied is ook een belangrijk leefgebied voor de hazelmuis en verschillende vleermuizen.
▪ Roerdal: het Natura 2000-gebied Roerdal kenmerkt zich door kronkelende rivieren en moerasgebieden met zeldzame flora zoals de dotterbloem. Het gebied is ook belangrijk voor diersoorten zoals de bever en de roerdomp.
▪ Meinweg: het Natura 2000-gebied Meinweg kenmerkt zich door terrassenlandschap en bossen. Het gebied is uniek vanwege de adder en nachtzwaluw, en door de bijzondere flora zoals de wilde gagel.
▪ Bemelerberg & Schiepersberg: het Natura 2000-gebied Bemelerberg & Schiepersberg kenmerkt zich door kalkgraslanden en mergelgroeves. Het herbergt zeldzame flora zoals het zinkviooltje en wilde marjolein. Daarnaast is het een belangrijk leefgebied voor het kalkgraslanddikkopje .
▪ Noorbeemden & Hoogbos: het Natura 2000-gebied Noorbeemden & Hoogbos bevat vochtige graslanden en loofbossen met zeldzame planten zoals de bosanemoon. De rijke, vochtige bodems ondersteunen een diverse flora en fauna. Het gebied is cruciaal voor vogels en insecten, wat bijdraagt aan de ecologische balans.
▪ Kunderberg: het N2000-gebied Kunderberg bevat kalkgraslanden met orchideeën en zeldzame diersoorten zoals de hazelmuis. De hellingbossen en mergelgrotten zijn belangrijke kenmerken. Het gebied draagt bij aan de unieke ecologische waarde van de regio.
▪ Geleenbeekdal: het Natura 2000-gebied Geleenbeekdal heeft een kronkelende beek en vochtige hooilanden. Het herbergt zeldzame diersoorten zoals de kamsalamander en de ijsvogel. Oude elzen- en essenbossen zijn kenmerkend voor dit gebied.
Bijdrage per deelnemer
Iedere deelnemer voert maatregelen uit om bij te dragen aan de specifieke beleidsdoelen. Onderstaande staat dit weergegeven per agrarisch bedrijf:

Mestplaatsingsruimte verlagen
Het biologische melkveebedrijf heeft gekozen voor een strategie van extensivering door het aantal gehouden dieren te verminderen en meer grond aan zich te binden. In 2023 had de familie 58 hectare aan zich gebonden, maar sindsdien hebben ze nog eens 18 hectare aan hun beheer toegevoegd. Naast deze uitbreiding heeft het bedrijf ook 13 hectare kruidenrijk grasland in beheer, de andere hectares bestaande uit grasklaver en natuurlijk grasland. Om het landschap te behouden en te verbeteren, neemt de familie deel aan agrarisch natuurbeheer, waarbij ze zorgdragen voor het beheer van heggen en andere landschapselementen. Het bedrijf gaat hun mestplaatsingsruimte aanzienlijk verlagen, van 170 kg N naar 100 kg N per hectare.

Vermindering van stikstof op het land
Het bedrijf kiest voor extensivering door hun mestplaatsingsruimte aanzienlijk te verlagen, waardoor ze de stikstofuitstoot reduceren van 170 kg N naar 100 kg N per hectare op hun totale areaal van 73,42 hectare, wat resulteert in een vermindering van 5.139,4 kg stikstof op het land. Deze reductie draagt significant bij aan het verminderen van de milieubelasting door een lagere stikstofuitstoot en minder uitspoeling naar het grondwater, wat de waterkwaliteit en het milieu ten goede komt. De familie voert deze veranderingen uit in combinatie met hun biologische bedrijfsvoering, in samenwerking met Staatsbosbeheer en de Waterleiding Maatschappij Limburg (WML).

Kruidenrijk grasland en klaver
Het bedrijf heeft al grote stappen ondernomen om hun bedrijf te verbeteren. In het jaar 2023 had het bedrijf een totaal van 97,76 hectare aan zich gebonden. Dankzij hun motivatie is het hen gelukt om dit jaar 28 hectare extra aan het bedrijf toe te voegen. Al het grasland is kruidenrijk of bevat klaver. De familie is door de extensiveringsregeling van plan om over te schakelen naar een biologische bedrijfsvoering.

Overstap naar biologische landbouw
Het melkveebedrijf kiest voor extensivering door hun dieraantallen te verminderen. Het streven is om het aantal melkkoeien te verminderen. Daarnaast heeft familie een hoogstamboomgaard, botanisch weiland en struweelhaag aangelegd, waardoor de biodiversiteit wordt bevorderd. Ook verminderen ze het jongvee. Alle bedrijven dragen op hun eigen manier bij aan extensivering, waarbij ze zich richten op het verminderen van intensieve praktijken en het bevorderen van duurzaamheid.
De rol van van onze adviseurs
De komende vier jaar begeleidt DLV Advies verschillende groepen melkveehouders bij de uitvoering van de toegekende subsidies binnen de Extensiveringsregeling Natura 2000. Onze Projectleiders zorgen voor de coördinatie en voortgang van de samenwerkingsverbanden, terwijl onze adviseurs Mest & Mineralen de melkveehouders ondersteunen bij het opstellen en uitvoeren van individuele plannen en de mestboekhouding om de stikstofuitstoot te verlagen. De adviseurs Financieel Management stellen bedrijfsplannen op en bieden inzicht in de financiële haalbaarheid en impact van de maatregelen. Alle betrokken adviseurs spelen zij een belangrijke rol bij monitoring en rapportages, zodat de voortgang goed wordt bewaakt en geëvalueerd. Kennissessies en bijeenkomsten worden georganiseerd om kennisdeling binnen en tussen de groepen te bevorderen.
![]() |
Projectleider![]() ![]() |
![]() |
Adviseur Financieel Management![]() ![]() |
![]() |
Adviseur Mest & Mineralen![]() ![]() |
Planning en voortgang 2025

Wat doet DLV Advies?In 2024 heeft DLV Advies voor verschillende groepen melkveehouders in Nederland de subsidieaanvragen ingediend. Nu deze subsidies zijn toegekend, begeleiden wij de komende vier jaar (2024 – 2028) deze groepen bij de uitvoering van hun plannen. Onze begeleiding richt zich op:
|
Mede mogelijk gemaakt door
De extensiveringsregeling wordt gefinancieerd door ELFPO Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
- innovaties
- Climate Smart Advisors
- Verkennen van klimaatbewust ondernemen
- Verdienen met duurzame melkveehouderij
- Verdienen met duurzame melkveehouderij Utrecht
- regeneratieve landbouw
- Doorbreken monocultuur grasland
- Stikstof
- Plattelandsontwikkelingen-programma
- Mestbewerking - Mestverwerking
- GLB Kennisvoucher
- VAB
- Samenwerking veehouderij - akkerbouw
- Fosfaatrechten
- Monomestvergisters
- Precisiebemesting
- KringloopWijzer
- Energiebesparing
- Groen Fosfaat
- Asbest / zonnepanelen