Biologisch ondernemen steeds meer in trek

Publicatiedatum: 06-05-2019

Ophouden met onkruid spuiten, geen kunstmest meer en de koeien geen preventieve antibiotica. Biologisch ondernemen vergt een extensieve bedrijfsaanpak met minder middelen om bij te sturen. Toch zijn er in de afgelopen jaren flink wat bedrijven die de overstap gemaakt hebben. Waarom is biologisch zo in trek?

Edith Finke, adviseur biologisch bij DLV Advies, hoort vaak negatieve opmerkingen over biologisch. "Dat gaat dan onder andere over onkruid en een lagere melkproductie. Maar als je het biologisch goed aanpakt, hoeft er ook geen sprake te zijn van een lagere melkproductie of grasopbrengst."

Volgens Finke moet je de vooroordelen opzij zetten en met een open blik naar je bedrijf kijken. "Kijk hoe ver je als gangbare ondernemer nog van biologisch af zit. Soms is het helemaal niet een grote stap om over te gaan op biologisch."

Meer geld voor de melk

De afgelopen jaren zijn er flink wat ondernemers die de stap hebben gezet. Zo waren er in 2018 in Nederland 481 biologische melkveehouders, terwijl dat er in 2014 nog slechts 350 waren. In 2017 produceerden de melkveehouders samen ruim 223 miljoen kilogram biologische melk. In Vlaanderen gingen ook veel melkveehouders over op biologisch melken. Tussen september 2017 en april 2018 verdubbelde daar de biologische melkproductie naar 12 miljoen kilogram. Een reden voor deze omschakelgolf ligt in de afschaffing van het melkquotum in 2015. Dit leverde volgens Finke aanleidingen op om de stap naar biologisch toch te wagen. "De meer stabiele en toen ook flink hogere melkprijs was voor sommigen een reden om over te stappen. Voor anderen was biologisch juist aantrekkelijk zodat ze niet hoefden te groeien. Met een biologische bedrijfsvoering konden ze op hetzelfde niveau doorboeren."

Periode van omschakeling

Biologische melk produceren kun je niet van de ene op de andere dag. Hiervoor is een omschakelperiode nodig en daar komt best wat bij kijken. "Omschakelen begint op het land en de koeien komen een jaar later. Het eerste jaar is de focus dus op de grond. Hier mag je geen stikstofkunstmest meer strooien, geen bestrijdingsmiddelen gebruiken en je moet minderen met dierlijke mest. Waar je eerst 60 kuub mest mocht uitrijden, mag je in omschakeling nog 40 kuub gebruiken", legt Finke uit. Om de gevolgen van de lagere stikstoftoediening in te perken, moet je volgens haar wel wat doen. "Je zou bijvoorbeeld klaver kunnen inzaaien. Klaver werkt vooral op zand en licht klei erg goed om stikstof te binden. Maar uiteindelijk is er wel een grote kans dat je graslandopbrengsten lager zijn. Om toch dezelfde ruwvoeropbrengst te kunnen houden als gangbaar, zul je meer grond nodig hebben."

Er is ook een andere oplossing volgens Finke. "Je kunt ook kiezen om minder koeien te houden, zodat er met bestaande grond genoeg ruwvoer beschikbaar is. In dat geval kun je soms wat extra verdienen door de fosfaatrechten te verleasen."

Na een jaar kunnen ook de koeien omgeschakeld worden. Dat houdt in dat ze alleen nog biologisch en GMO-vrij voer mogen hebben, waarvan minimaal 60 procent van eigen grond of uit de omgeving moet komen. Ook zijn er regels over medicijngebruik. Zo mag er geen preventieve antibiotica gebruikt worden en zit er een maximum aan het gebruik van reguliere medicijnen. Nadat de koeien een half jaar biologisch zijn gehouden, mag de melk als biologisch worden verkocht.

Meerwaarde van biologisch

Tijdens de omschakelperiode heb je dus wel de kosten van biologisch boeren, maar nog niet de opbrengsten. "Financieel haal je in deze tijd geen meerwaarde. Naast de terugval in grasopbrengst bestaat er ook een kans dat de kwaliteit van de kuil achteruit gaat. Ook biologisch krachtvoer tikt flink aan op de kostenkant. Dat is twee keer zo duur als gangbaar krachtvoer."

Er wordt ook vaak beweerd dat koeien in omschakeling een behoorlijke terugval hebben in melkproductie, maar dat is volgens Finke niet helemaal een gegeven. "Vroeger gingen koeien zo van 8.000 naar 6.000 liter melkproductie. Maar dat is al lang niet meer nodig. Zolang je met een genetisch goede koe werkt en een goed rantsoen voert, houd je de koeien op hetzelfde niveau." 
Een gat in de melkproductie is in de tijd na het melkquotum nog minder rendabel. "In quotumtijd was het verval in melkproductie financieel op te vangen door quotum te verleasen, maar dat kan nu natuurlijk niet meer." Maar de biologische melkprijs helpt wel mee dat gat enigszins te dichten. Vooral na de afschaffing van het quotum ging de gangbare melkprijs omlaag door de grote melkproductiestijging, terwijl de biologische melkprijs stabiel bleef. In 2016 lag de biologische melkprijs in Nederland dan ook bijna 20 cent boven de gangbare prijs en in België ging dit verschil zelfs richting 25 cent. "Intussen is de melkprijs niet meer zo veel hoger dan gangbaar", aldus Finke. "Het verschil zit nu rond de 12 cent. Wat wel zo blijft is dat de biologische melkprijs stabieler is. Waar de gangbare prijs in bepaalde periodes wel zakt, blijft de biologische melkprijs in stand."

Toekomst van biologisch

Voor toekomstige omschakelaars zijn er nog volop mogelijkheden. De biologische markt is nog sterk aan het ontwikkelen en door de groeiende biologische zuivelafname is er elk jaar voldoende ruimte voor tientallen nieuwe omschakelaars. Voor 2019 is er nu al een tekort aan melk, zo snel wordt de melk afgezet. Sommigen zijn van mening dat de biologische sector zich moet blijven ontwikkelen, zowel met het bedenken van nieuwe aanvullende eisen als de afzet van biologische producten. Er zijn veel nieuwe melkstromen bedacht de laatste jaren, waar vaak meer reclame voor gemaakt wordt dan voor biologisch. Wat betreft marketing heeft de biologische zuivel nog een grote stap te maken.

Bij EkoHolland is er nog veel ruimte voor nieuwe ondernemers, maar bij FrieslandCampina is intussen een wachtlijst. In Vlaanderen was het de afgelopen jaren even moeilijk op de markt door de plotselinge verdubbeling van melkstroom. De vooruitzichten voor biologische ondernemers en omschakelaars zijn op het moment ook daar goed.

Dit interview met Edith Finke is verschenen in vakblad De Boerin.

Harm Wientjes algemeen directeur bij DLV Advies
Webinar monomestvergisting
Wat zijn kansen van mestvergisting bij kassen?
Snelle goedkeuring voor Renure als kunstmestvervanger noodzakelijk
Praktische tips bij invullen Gecombineerde Opgave
Eenvoudige kruidenmengsels presteren het best
Belang van vroegtijdige quickscan flora en fauna bij Lbv-aanvragen
Haal meer uit de bodem: gratis deelname aan BodemUP
Vaste mest uitgangspunt bij nieuwe ligboxenstal familie De Jong

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt DLV Advies gebruik van cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken in ons Privacybeleid