Nieuwsarchief
Brede opkoopregeling: ‘nog even niet’
Er is al langer sprake van een zogeheten “brede” opkoopregeling, waar de politiek zich warm voor maakt. Doel van een nieuwe regeling moet zijn, dat het de druk van de mestmarkt moet halen. Onder andere door het afschaffen van derogatie kan er minder mest op de landbouwgronden. “In combinatie met ongunstige weersomstandigheden zijn de overschotten van te plaatsen mest fors opgelopen, wat terug te zien was in de prijzen van de af te voeren mest”, zegt adviseur Marco Hol, van DLV Advies.
“Om de mestmarkt te ontzien is er al langer sprake van een brede opkoopregeling om ondernemers met een vergoeding te kunnen laten stoppen”, vervolgt de adviseur. Waar in de Lbv en Lbv Plus puur werd gekeken naar de ligging en uitstoop op Natura 2000 gebieden, zou dat in de brede opkoopregeling niet terug komen.
Voorwaarde door uitspraak opnieuw opgeschort
De brede beëindigingsregeling moet een aanvullende optie bieden, zodat bijvoorbeeld ook bedrijven die niet deel konden nemen aan de Lbv regelingen, nu wel kunnen deelnemen. Als gevolg van de uitspraak van de Raad van State over het intern salderen (van 18 december 2024) heeft de Minister echter de voorbereidingen op deze nieuwe regeling opgeschort. Er is voor gekozen om de regeling (beter) aan te laten sluiten op de stikstofproblematiek. Marco: “Daarom wordt er op korte termijn geen duidelijkheid verwacht ten aanzien van voorwaarden en tegemoetkoming in de regeling. Hopelijk is er in de laatste maanden van 2025 meer over te zeggen.”
Provinciale regeling: (te) beperkt budget
Provincies hebben tot 28 februari j.l. een aanvraag in kunnen dienen voor budget, om een Provinciale beeindigingsregeling te bekostigen. In totaal was er bijna 110 miljoen euro beschikbaar, met een maximum aan budget per Provincie. Provincies kunnen het budget gebruiken voor een regeling waar ze eigen voorwaarden aan koppelen. “Deze provinciale regelingen zijn in voorbereiding waarbij elke provincie zijn eigen regeling kan opstellen met daaraan hun eigen voorwaarden.” De vergoeding is bedoeld om de betreffende veehouder te compenseren op meerdere onderdelen, te weten:
-
het waardeverlies van de productiecapaciteit;
-
productierechten die de veehouder laat vervallen;
-
de sloop van de dierenverblijven, mest- en voeropslagen (productiecapaciteit);
-
administratiekosten (leges) voor vergunningen en planologische procedures;
-
kosten voor adviseurs.
Voorwaarde is wel dat de subsidie voor 31 december 2027 wordt verstrekt.
Gezien de beperkte budgetten zal het aantal veehouders wat deel kan nemen aan deze provinciale regeling minimaal zijn. Marco geeft ter indicatie het volgende voorbeeld; een gesloten varkensbedrijf in Brabant, met omvang van 300 zeugen en 3.000 vleesvarkens, gebouwen van gemiddeld 20 jaar oud, gaf een vergoeding van ruim € 2 miljoen, voor gebouwen en rechten, maar exclusief sloopkosten. “Met het beschikbare budget in Brabant zijn er dan weinig bedrijven te bedienen”, aldus Marco.
Budgetten per provincie
Provincie | Budget |
Drenthe | € 8.780.007 |
Flevoland | € 5.220.802 |
Gelderland | € 15.153.619 |
Groningen | € 6.242.426 |
Limburg | € 7.633.152 |
Noord-Brabant | € 15.565.564 |
Noord-Holland | € 6.298.451 |
Overijssel | € 15.400.786 |
Utrecht | € 7.563.945 |
Zeeland | € 5.082.389 |
Zuid-Holland | € 7.039.951 |
Friesland | € 9.893.906 |