Energie besparen in de stal kan, maar doe het op de juiste manier

Publicatiedatum: 10-02-2023

Vanwege de huidige energieprijzen kijken ook  veel varkenshouders naar manieren om energie te besparen. De ventilatie is dan vaak één van de eerste punten waarnaar wordt gekeken. Vaak kan hierop worden bespaard, maar doe dit wel op de juiste manier. Ook op andere plekken in de stal is energie besparen mogelijk.

Energie is de laatste jaren een serieuze kostenpost geworden voor de varkenshouder en het eind lijkt nog niet in zicht. Tel daarbij de steeds grotere aandacht voor duurzaamheid op en het is volgens Jan Pijnenburg, adviseur Mest en Mineralen bij DLV Advies, duidelijk dat energiebesparing op het varkensbedrijf meer dan ooit belangrijk is.

Minimumventilatie kan leiden tot hogere concentraties

Veel varkenshouders kijken met het oog op de energierekening eerst naar de verwarming en de ventilatie. Om de energie efficiënt te gebruiken, moet dit goed op elkaar afgestemd zijn. De neiging kan bestaan om de minimumventilatie te laag in te stellen. Vooral om te besparen op stookkosten en soms op elektriciteitskosten voor de ventilatoren. Omdat bij het verlagen van de minimumventilatie CO2 en ammoniak kunnen stijgen, is het van belang dit scherp in de gaten te houden. De normen voor minimale ventilatie die het Klimaatplatform Varkenshouderij heeft opgesteld zijn gebaseerd op een maximale CO2-concentratie van 0,30 volumeprocent (3.000 ppm), en maximaal 20 ppm ammoniak als de varkens in rusttoestand zijn. Een hogere concentratie CO2 en/of NH3 kan schadelijk zijn.

Goed monitoren door realtime te meten met slimme meters

Jan Pijnenburg is onder andere adviseur op het gebied van energie en stalklimaat. Hij is in die hoedanigheid lid van het Klimaatplatform Varkenshouderij. Jan ziet dat er in de  markt veel vraag is naar energiebesparende maatregelen en signaleert ook dat de ventilatie het eerste is waar dan naar gekeken wordt. “Vaak is besparing ook wel mogelijk, maar dan is het heel belangrijk goed te monitoren”, vertelt hij. “Goed monitoren betekent realtime meten. Sensoren van de klimaatcomputer geven daarover niet voldoende informatie. Wij gebruiken daarom slimme meters. Deze meten continu de concentratie CO2, ammoniak, de relatieve luchtvochtigheid en de temperatuur. Zo weet je precies waar de grens zit en neem je geen onnodig risico. Van een te hoge CO2-concentratie vallen de dieren niet direct om, en de varkenshouder ook niet, maar op de langere termijn is het wel degelijk schadelijk. Dat geldt ook voor de andere bestanddelen in de stallucht.”

Inspelen op andere situaties met slimme meters

Jan adviseert elke varkenshouder een slimme meter aan te schaffen. “Geen afdeling is hetzelfde maar je hoeft er niet in elke afdeling eentje te hangen. Je kunt afwisselen. Hang hem beurtelings in de afdelingen en kijk wat er gebeurt en stel daar de ventilatie op in.” Hij  vertelt dat deze werkwijze wezenlijk anders is dan in het verleden, toen een klimaatadviseur eenmalig een meting deed, waar de ventilatie voor de rest van het jaar op werd ingesteld. “Dan koelde het in de loop van het jaar bijvoorbeeld af en klopte de gehaltes van de minimumventilatie niet meer. Door regelmatig te meten, voorkom je dit soort situaties. Bovendien legt een slimme meter gegevens vast. Dan kun je later terugkijken en zien hoe het stalklimaat was bij verschillende weertypes, op welke leeftijd en wat er gebeurde als bijvoorbeeld een aantal varkens werd afgeleverd. De volgende keer kun je hierop inspelen.”

Kijk goed naar de weerstand

Een ander punt in de ventilatie waar volgens Jan winst te halen is, is de weerstand. Om onderdruk in de stal te krijgen is weerstand in de luchtinlaat nodig. Teveel weerstand kost extra vermogen om de ventilator te laten draaien en dus energie. “Om windinvloeden uit te sluiten is weerstand van de luchtinlaat essentieel. Maar hier is een optimum in en dat verschilt ook nog weer van stal tot stal. Een bedrijf midden in de polder zal meer last hebben van windinvloeden dan een bedrijf in een bosrijk gebied. Ook hier is het weer belangrijk te meten met een drukmeter die de luchtdruk realtime volgt. Dan zie je snel of je teveel weerstand in de luchtinlaat hebt.”

Onnodig ventileren kan afbreuk doen

“Kijk  ook naar de maximumventilatie”, adviseert Jan. “Onnodig ventileren kost ook energie en kan afbreuk doen aan de resultaten. Bij opgelegde biggen bijvoorbeeld, begint de maximumventilatie op 6 m/3 per dier en eindigt op 40 m3 per dier. Stel je de ventilatie zo in dat je op 80 m/3 eindigt, dan bestaat de kans dat je ’s nachts teveel koude lucht naar binnentrekt. Waardoor tocht ontstaat door de combinatie van een groot temperatuurverschil en hoge luchtsnelheid, maar ook de ventilatoren  nodeloos veel stroom vragen.” Omdat je bij 40 m3/uur elk uur de ruimte al 13 keer volledig van verse lucht voorziet, heeft het geen zin om bij deze jonge dieren nog meer te ventileren. Metingen laten zien dat de temperatuur niet meer daalt, alleen de luchtsnelheid neemt nog toe.

Ventilatoren grootverbruikers

Als het gaat om energiebesparing op het gebied van klimaatbeheersing, dan is volgens Jan de meeste winst te halen bij de ventilatoren. “Veel varkenshouders hebben nog ventilatoren die relatief veel energie vragen. Het kan echter alleen bij noodzakelijk groot onderhoud uit om deze per direct te vervangen door meer energiezuinige types. Dit terwijl leveranciers van ventilatoren op dit punt de afgelopen jaren grote stappen hebben gezet.” In de meeste nieuwbouwstallen worden tegenwoordig driefase-ventilatoren met een frequentieregelaar gebruikt. Ten opzichte van een conventionele spanningsgestuurde éénfase-ventilator is het verschil in stroomgebruik gigantisch. Je kunt er per jaar wel 60% aan energie op besparen. Dit omdat het toerental beter geregeld kan worden.

Kijk naar slimme technieken

Andere manieren om in de stal energie te besparen en toch het stalklimaat goed te houden is gebruik maken van slimme technieken. Als voorbeeld daarvan noemt Jan de warmtepomp. “Hiermee krijg je relatief goedkope warmte in je stal. Het is dan ook minder erg als je daar iets meer van gebruikt, als je er een beter klimaat voor terugkrijgt. Je kunt dan meer ventileren in het minimum zonder dat het te koud wordt. Zo loop je een lager risico op een minder gezonde stallucht terwijl de staltemperatuur op orde is.” Dat laatste is volgens Jan ook van toepassing bij gebruik van een lucht-luchtwisselaar. Hierbij wordt ingaande lucht verwarmd met warmte van de uitgaande lucht, waardoor ook bespaard wordt op stookkosten. Voorwaarde is wel dat de lucht via zo min mogelijk punten de stal binnenkomt en verlaat. Daardoor leent deze optie zich vooral voor nieuwbouw. Een andere optie is een Warmte-Koude Opslag. Hiermee wordt energie in de vorm van warmte of koude in de bodem opgeslagen. “Voordeel hiervan is dat je in de winter kunt verwarmen en in de zomer kunt koelen. Er hangt echter wel een grote investering aan vanwege de bronnen en voorzieningen. Vandaar dat varkenshouders eerder kiezen voor een lucht-luchtwisselaar”, weet Jan.

Kijk ook kritisch naar andere stroomvreters

Het valt Jan op dat bij de ventilatie op varkensbedrijven niet alleen energie bespaard kan worden. Er zijn ook tal van andere stroomvreters. Verlichting is daar één van. “In de centrale gang of andere ruimtes staat dit vaak aan terwijl dat helemaal niet nodig is. Of er worden  geen energiezuinige lampen gebruikt. Daar is zeker nog wat op te besparen.” De adviseur weet dat allerlei veelgebruikte motoren zoals die van de compressor, pompen en hogedrukspuiten veel energie gebruiken. “Als deze worden aangestuurd met een frequentieregelaar, lopen ze vaak vele malen zuiniger. Kijk bij de vervanging van een motor ook altijd naar het typeplaatje. Een motor met IE3- of IE4-aanduiding is per definitie zuiniger dan een IE-1 of IE-2.”

Meer weten?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Of wilt u weten of energie besparen, hergebruiken en/of opwekken voor u interessant is? Neem dan vrijblijvend contact op met Jan Pijnenburg of vul onderstaand formulier in. Wij helpen u graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.

* verplichte velden

Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen uit magazine Varkensbedrijf februari 2023

Harm Wientjes algemeen directeur bij DLV Advies
Webinar monomestvergisting
Wat zijn kansen van mestvergisting bij kassen?
Snelle goedkeuring voor Renure als kunstmestvervanger noodzakelijk
Praktische tips bij invullen Gecombineerde Opgave
Eenvoudige kruidenmengsels presteren het best
Belang van vroegtijdige quickscan flora en fauna bij Lbv-aanvragen
Haal meer uit de bodem: gratis deelname aan BodemUP
Vaste mest uitgangspunt bij nieuwe ligboxenstal familie De Jong

Om u beter van dienst te kunnen zijn, maakt DLV Advies gebruik van cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken in ons Privacybeleid