Nieuwsarchief
Verplaatsingsregeling kan veehouder laatste zetje geven

Elk toekomstgericht bedrijf heeft er vroeg of laat mee te maken: vervanging van de bestaande gebouwen. Omdat de bestaande stal niet meer aan de eisen en normen van vandaag voldoet of simpelweg omdat de stal versleten is. Herbouw is echter een dure aangelegenheid. Niet verwonderlijk kijken veehouders soms naar de mogelijkheid om naar een andere locatie te verplaatsen. Versleten bedrijfsgebouwen kunnen een reden zijn, maar meestal is er meer aan de hand, zoals beperkte ontwikkelingsmogelijkheden. De verplaatsingsregeling kan een handje helpen.
Veehouders die nadenken over verplaatsen, kunnen sinds 6 januari 2025 gebruikmaken van een verplaatsingsregeling: de Landelijke regeling voor veehouderijen met piekbelasting (Lvvp). De Lvvp bestaat uit een haalbaarheidsonderzoek en subsidie voor de werkelijke verplaatsing. De subsidie Lvvp-haalbaarheidsonderzoek, waarbij de ondernemer 95% van de kosten en maximaal € 50.000 vergoed kan krijgen, is bedoeld voor een onderzoek naar de vraag of een bedrijfsverplaatsing mogelijk en betaalbaar is. De subsidie Lvvp-haalbaarheidsonderzoek loopt tot en met vrijdag 30 mei 2025.
Lvvp-verplaatsingsregeling
Wanneer u uw veehouderij wilt verplaatsen naar een locatie waar meer ruimte is voor landbouw, bijvoorbeeld in een andere regio of in het buitenland (binnen de EU), kunt u de Lvvp- verplaatsingsregeling aanvragen. Deze subsidie dekt onder andere de overname of vervanging van gebouwen en de sloop van oude gebouwen. Daarnaast zijn kosten voor modernisering en het inhuren van advies deels gedekt. Grond en de bedrijfswoning vallen erbuiten. Een ondernemer kan maximaal €600.000 subsidie krijgen. U kunt de subsidie tot en met 30 november 2027 aanvragen.
Regeling kan verschil maken in slagingskansen
De subsidie kan dus een renovatie of nieuwbouw deels meefinancieren. Marc Albers, adviseur Vastgoed, is voor DLV Advies het aanspreekpunt voor de regeling. Tot nu toe leeft het nog niet echt. “Vorig jaar hebben veel ondernemers nagedacht over stoppen of doorgaan. Verplaatsen is een beetje uit beeld geraakt”, is zijn inschatting. “Maar het is ook nog vroeg, want de regeling is pas net open.” Marc verwacht dat een beperkte groep er wel gebruik van gaat maken. Los van of veel veehouders van een dergelijke regeling gebruik gaan maken, noemt hij het een voordeel dat er wat te kiezen is, waarbij een verplaatsingsregeling het verschil kan maken in slagingskansen. “Het geeft toch een wat andere dimensie aan de financiering als het deels niet bancair hoeft te zijn.”
Duurzame aspecten
Naast deze verplaatsingsregelingen kunnen verplaatsers vanzelfsprekend ook gebruikmaken van de reguliere subsidiemogelijkheden voor nieuwbouw of renovatie. Vooral de afschrijvingsvoordelen via Mia/Vamil vanuit de MDV-regeling zijn bekend, naast de energie-investeringsaftrek (EIA). Een MDV-certificaat kan bij de bank een lagere rente geven. Verder kunnen ondernemers die kiezen voor duurzame investeringen aankloppen bij het Investeringsfonds Duurzame Landbouw (IDL) van het Nationaal Groenfonds. De eigen bank moet ook een deel meefinancieren. Deze financiering kent een rentepercentage van 1% en een looptijd van twaalf jaar. Het is voor bedrijven die omschakelen naar biologisch of extensiveren, investeren in nieuwe huisvestingssystemen of beweiding. Marc ziet deze vorm, ondanks de lage rente, niet zozeer als een subsidie, maar meer als een alternatieve financieringsvorm, waar ook crowdfunding of grond uitgeven in een erfpachtconstructie onder vallen.
Meer over de Lvvp-regeling Meer over IDL
Dit artikel is in aangepaste vorm overgenomen van boerderij.nl