In Nederland komen steeds meer stalsystemen waarbij mest aan de bron gescheiden wordt. Denk bijvoorbeeld aan de innovaties van JOZ, Lely en Jumpstart van FrieslandCampina. “Het idee is om op alle fronten te verduurzamen”, stelt Harm. “Mest snel afvoeren uit de stal voorkomt emissies en zorgt daarmee voor behoud van nutriënten.”
Eindproduct ammoniumsulfaat als voorjaarsmeststof
De gescheiden mest resulteert in twee stromen: een dikke, fosfaatrijke fractie met veel organische stof en een dunne, stikstofrijke fractie met de capaciteiten van een kunstmestvervanger. Na de bronscheiding moet daar nog minimaal één behandeling op volgen om officieel te voldoen aan de criteria van RENURE (REcovered Nitrogen from manURE, oftewel herwonnen stikstof uit mest). Zo’n nabehandeling is bijvoorbeeld een stikstofstripper, legt Harm uit. Het eindproduct is dan ammoniumsulfaat en/of ammoniumnitraat. Ammoniumnitraat heeft exact dezelfde stikstofverbinding als KAS en ook de werking van het zelf gewonnen ammoniumsulfaat is vergelijkbaar met dat van ammoniumsulfaat uit kunstmest, geeft Harm aan. “Dat kun je prima gebruiken als voorjaarsmeststof voor de eerste en tweede snede gras. Het ammoniumnitraat zet je dan verder in het seizoen in.”
‘Winnen zonder verliezen’
Vorig jaar zijn bij melkveehouders met voornoemde stalsystemen diverse bemestingsproeven met RENURE gedaan op grasland. De resultaten zijn positief. “De tendens was dat kunstmestvervangers zelfs een licht hogere opbrengst geven dan gewone kunstmest.” Dit jaar worden die proeven herhaald en wordt ook de werking bij bieten, aardappelen en maïs onderzocht. Dat onderzoek gebeurt onder de vlag van het DLV Advies-project ‘Winnen zonder verliezen’.
Vrijstelling voor RENURE-producten nodig
Intussen is er al 12 jaar een discussie binnen het Europarlement over het gebruik van deze meststoffen. Steeds weer klinkt het alsof de toelating dichtbij is, maar het definitieve groene licht is er nog steeds niet. Harm: “Nederland heeft in Brussel een uitzonderingspositie aangevraagd om deze producten te mogen inzetten. Als nationale aanvulling op de verwachte regelgeving is al een keurmerk ontwikkeld voor de certificering van kunstmestvervangers om fraude tegen te gaan. Zeker bij de huidige kunstmestprijzen willen we de RENURE-producten nú gebruiken. Die vrijstelling hebben we direct nodig, al zou het alleen maar voor dit jaar en volgend jaar zijn.”
Leveringsproblemen
Vanwege de recordhoge gasprijzen hebben kunstmestproducenten afgelopen winter de productie enige tijd stilgelegd en hebben ze onderhoud gepleegd aan de installaties. Daardoor is er minder kunstmest geproduceerd. Tegelijkertijd heeft Rusland een exportverbod ingesteld op ammoniumnitraat. Rusland is een van de grootste producenten van deze kunstmestsoort. Al met al kan dit ertoe leiden dat er deze zomer weinig tot geen kunstmest meer te verkrijgen is, voorspelt Harm.
Afhankelijkheid van Rusland verkleinen
“Nederland heeft een mooie sector die kunstmestvervangers zelf kan produceren. Alleen de regelgeving staat het nog niet toe”, dat betreurt Harm. “Daarbij verkleinen we met kunstmestvervangers ook onze afhankelijkheid van Russisch gas en leveren we ook nog eens een aandeel in de klimaatdoelstellingen. Dat is allemaal toch mooi meegenomen? Kunstmestvervangers passen uitstekend in het plaatje van kringlooplandbouw.” De vrees is echter dat er in Brussel pas over een eventuele vrijstelling voor het gebruik van RENURE besloten wordt als er duidelijkheid is over de derogatie. Ook dat duurt langer dan gehoopt.
Meer informatie
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel, wilt u advies over dit onderwerp of meer weten over het DLV Advies-project ‘Winnen zonder verliezen’, neem dan vrijblijvend contact op met Harm Wientjes. Hij helpt graag om de antwoorden op uw vragen helder te krijgen.