Machtigen mogelijk voor RVO registratie: paard
Op 12 april start het verplicht aanmelden van paarden in het I&R systeem van de overheid. Het is mogelijk om een ander te machtigen voor het doen van...
Lees verderBemestingsnormen maken het steeds belangrijker om meststoffen nauwkeurig toe te dienen om een optimale grasopbrengst en graskwaliteit te halen. Toepassen van precisiebemesting betekent het optimaal bemesten van gewassen door de mestgift dusdanig te regelen, dat als het gewas er om vraagt (het juiste moment), de juiste voeding in de juiste dosering in de wortelzone (de juiste plaats) beschikbaar is.
De verwachting is dat met het toepassen van precisiebemesting in grasland er een betere nutriëntbenutting wordt behaald en daarmee een betere balans tussen darmverteerbaar eiwit en onbestendig eiwit in gras. Een minder scheve verhouding tussen deze eiwitten leidt tot meer melk uit eigen ruwvoer waarbij er minder krachtvoer nodig is. Precisiebemesting draagt aanzienlijk bij aan de reductie van stikstofuitstoot met name door de emissiearme plaatsing van meststoffen.
Op basis van informatie over de variatie in bodemeigenschappen en het gewas binnen een perceel en de samenstelling van drijfmest, wordt de inzet van meststoffen plaatsspecifiek bepaald. In plaats van het hele veld egaal te bemesten, zoals nu in de praktijk gangbaar is, kiest de melkveehouder voor compenserend of anticiperend bemesten. Er is minder mest nodig voor eenzelfde opbrengst en de uitspoeling nutriënten wordt beperkt. Het belangrijkste is een juiste interpretatie van de data om een echte besparing op meststoffen te behalen. Graslandmanagent bij precisiebemesting blijft een uitdaging: meerdere oogsten per jaar, meerdere percelen, wel of niet beweiden, een beperkte plaatsingsruimte en afstemming in drukke tijden met de loonwerker.
In de drie noordelijke provincies loopt het project ‘Precisie met techniek in graslandmanagement’ (2019 - 2022). Middels een scoreblad, de Louis Bolk Techniek en gesprekken met de grondeigenaren zijn de percelen bij aanvang van het project in kaart gebracht. Aanvullend is de bodem gescand met een Veris scanner en verzamelde een EBEE drone gegevens over de biomassa en de groei van het gewas. Alle data, inclusief locatiegegevens, zijn met behulp van taakkaartsoftware gecombineerd en omgezet naar taakkaarten. De bemesters ‘lezen’ de taakkaart met daarop plaatsspecifieke mestdoseringen op basis van stikstof. Alle in te zetten apparatuur werkt met GPS/GIS in combinatie met NIR-sensoren en sectieafsluitingen, zodat meststoffen zeer nauwkeurig gedoseerd in de bodem komen. Voor alle hectaren in het project wordt op basis van (tussentijdse) metingen voor het eerste, tweede en derde groeiseizoen een compleet bewerkings- en bemestingsplan gemaakt.
Momenteel is de hoeveelheid beschikbare data nog een bottleneck in de precisielandbouw.
Binnen het project is daarom veel aandacht voor het vergroten van de betrouwbaarheid van datagebruik. Afwijkingen in ijklijnen en bijvoorbeeld de interpretatie van de bodemscangegevens langs optische bodemkleurschema’s kunnen nog mogelijke fouten in bemesting aangeven. Als de data gerelateerd is aan meer monsters, dan vergroot dat de betrouwbaarheid van de taakkaarten. Een grotere betrouwbaarheid leidt tot een hogere nauwkeurigheid in bemesting.
Dit project is mogelijk door bijdrages van de provincies Friesland, Groningen en Drenthe en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tom Ploeger of Sytze Waltje (zie onder).
Van drie deelnemende melkveehouders binnen het project, waaronder een biologische melkveehouder, zijn ‘standaard’ data van geselecteerde graslandpercelen voor precisiebemesting bekend. De melkveehouders werken elk nauw samen met een ‘eigen’ loonwerker. De bedrijven liggen op verschillende gronden en er is inzicht in onder meer het opbrengend vermogen, historie en de resultaten van eerder genomen bodemmonsters per perceel. Aanvullend is de Louis Bolk Techniek ingezet en heeft een bodemscanner onder andere het organisch stofgehalte, de bodemhoogte en pH in beeld gebracht. Tijdens het groeiseizoen wordt het gewas meerdere malen gemonitord met een drone, uitgerust met speciale camera’s en gps, en wordt de bodemvochtbaarheidsgraad gemeten. Deze informatie is de basis voor maatwerkbemesting gedurende het groeiseizoen. Doordat er vooraf en na ieder groeiseizoen opnieuw metingen worden gedaan, zijn er vergelijkingen in de tijd mogelijk ten aanzien van bodemleven, beworteling, bodemverdichting, bodemstructuur, vlekken, pH, organisch stofgehalte en geleidbaarheid van de bodem. Dezelfde metingen worden ook uitgevoerd op referentiepercelen zodat ook de gegevens van de ‘gangbare’ situatie bekend zijn. Natuurlijk wordt er ook gekeken naar de gewaskwaliteit en de opbrengst van de percelen om te zien hoe de benutting van de mest is geweest. De resultaten uit de metingen kunnen vertaald worden naar de effecten van het waterbergend en waterdoorlatend vermogen van de bodem.
Dit project is mogelijk door bijdrage van de provincies Flevoland, Overijssel en Gelderland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tom Ploeger of Sytze Waltje (zie onder).
Het project 'Training Precisielandbouw Uienteelt Flevoland “Ui”tmuntend 2019 – 2022' is een samenwerkingsverband tussen DLV Advies, Pegasus Geospatial Consulting, Aurea Imaging en Waterman Unions. Door middel van demonstraties, workshops, brainstormsessies en studiegroepbijeenkomsten wisselt het samenwerkingsverband kennis en ervaring uit met 15 uientelers over precisielandbouw in de uienteelt. Gezamenlijk beschikken de telers over 200 hectare uienteelt. Het samenwerkingsverband wil inzichtelijk maken hoe precisielandbouw bijdraagt aan het verbeteren van de bodemkwaliteit en aan het optimaliseren van de productie in de teelt van uien, zowel kwantitatief als kwalitatief. Daarbij is onder meer aandacht voor efficiënter gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen en data-uitwisseling en verwaarding tussen ketenpartners. De kennisdeling heeft twee ingangen:
De deelnemende telers worden zowel individueel als in groepsverband getraind.
Dit project is mogelijk door bijdrages van de provincies Flevoland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Tom Ploeger of Harrie Versluis (zie onder).
Op 12 april start het verplicht aanmelden van paarden in het I&R systeem van de overheid. Het is mogelijk om een ander te machtigen voor het doen van...
Lees verder‘De veehouderij staat een nieuwe saneringsronde te wachten. Een sanering die Natura 2000-gebieden moet ontlasten.’ Die signalen zijn door Marco...
Lees verderOm u beter van dienst te kunnen zijn, maakt DLV Advies gebruik van cookies. Door op "Akkoord" te klikken of door gebruik te blijven maken van deze website, gaat u akkoord met het plaatsen van deze cookies. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken in ons Privacybeleid.