Stoppershoos, geen trend maar inhaalslag

Publicatiedatum: 28 april 2017

Het bericht werd als groot nieuws gebracht. Bijna 500 ondernemers meldden zich al op de eerste dag voor de stoppersregeling. Voor kenners kwam dit niet als een verrassing. Het aantal stoppers in de melkveehouderij volgt al decennia een vaste trend. Voorspellingen laten zien dat er in 2020 nog zo’n 12.000 melkveehouders in Nederland zullen zijn en minder dan 4000 in Vlaanderen.

Door alle aandacht voor de stoppersregeling lijkt het wel of er dit jaar een massale uittocht plaatsvindt van ondernemers uit de melkveehouderij. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) nuanceren het sombere beeld. In 2016 was 37 procent van de bedrijfshoofden in de melkveehouderij 55 jaar of ouder. Ruim 60 procent van hen had een potentiële opvolger. Hiermee is de animo voor bedrijfsopvolging in de melkveehouderij niet lager dan de afgelopen vijftien jaar en groter dan in andere sectoren. De afgelopen decennia bedroeg het percentage stoppers in Nederland volgens het CBS gemiddeld 3,7 procent per jaar. De laatste vier jaar stopten relatief weinig melkveehouders. In 2013 en 2014 was de melkprijs goed en vanaf 2015 wachtten veel ondernemers met stoppersplannen op de invoering van verhandelbare fosfaatrechten.

Dit jaar duizend stoppers

Bijna 500 bedrijven doen mee met de eerste ronde van de stoppersregeling en voor de tweede ronde zal waarschijnlijk ook weer veel belangstelling zijn. Daarnaast worden er complete bedrijven verkocht. 
De voorspelling dat dit jaar een duizendtal Nederlandse melkveehouders de staldeuren definitief achter zich dichttrekt, lijkt uit te gaan komen. Dit betekent dat bijna zes procent van het huidige aantal van 17.000 bedrijven stopt. Ook volgend jaar – als de fosfaatrechten verhandelbaar worden – zal het percentage stoppers naar verwachting nog relatief hoog zijn. De Rabobank verwacht echter dat de langjarige trend van ruim 3,5 procent stoppers per jaar uiteindelijk gehandhaafd zal blijven. Op basis van deze trend kan berekend worden dat er in 2020 nog ongeveer 12.000 melkveehouders in Nederland over zullen zijn.

Gebouwen vaak een last

Accountants bieden potentiële stoppers een breed adviespakket met inbreng van diverse specialisten, want bedrijfsbeëindiging heeft vaak complexe fiscale en financiële consequenties. Een aspect dat vaak onderbelicht blijft, is dat van ruimtelijke ordening. Dit is de ervaring van Jan de Groot, specialist vergunningen bij DLV Advies. ‘Zodra het bedrijf beëindigd is, is de bedrijfswoning een burgerwoning geworden. Het bestemmingsplan zal gewijzigd moeten worden om deze ook als burgerwoning te kunnen verkopen. Zo’n wijziging kost vaak meer tijd dan mensen denken’, merkt hij.
‘Vaak ook willen stoppende veehouders op de boerderij blijven wonen en komen de gebouwen leeg te staan’, ziet De Groot. ‘Soms lukt het om een nieuwe invulling te vinden, maar ook hiervoor is vaak een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk. En gemeentes staan lang niet alles toe in het buitengebied’, weet de adviseur. Slopen is voor veel stallen uiteindelijk de enige oplossing, maar gebeurt vaak niet. De aanwezigheid van asbestdaken maakt saneren extra kostbaar. Soms is het mogelijk om in het kader van een ‘rood-voor-roodregeling’ de sloop te financieren met de verkoop van bouwkavels. ‘Maar dit kan lang niet overal en de verkoop van kavels gebeurt de laatste jaren met wisselend succes’, ervaart De Groot. Provincies en gemeentes zijn zoekende naar passende maatregelen, want naast rundveestallen komen ook veel varkensstallen leeg te staan, merkt De Groot. ‘Maar ze kunnen er niet omheen. Voor duizenden agrarische bedrijfsgebouwen dreigt verpaupering. Dit vraagt om actief beleid.’

Lees het complete artikel in de Veeteelt van april 2017. 
 

Plannen voor privéstal uitgegroeid tot luxe trainingsaccommodatie

In het Limburgse Meijel verrijst Utopia Equestrian Estate, een super-de-luxe trainingsaccommodatie voor (internationale) springruiters. Het project van...

Lees verder

Wordt intern salderen weer vergunningsplichtig?

Als reactie op een recente kamerbrief van Minister Wiersma (LVVN), waarin gereageerd wordt op een motie van Bromet en Grinwis, is de discussie over de...

Lees verder

Meer nieuws

Onze adviseurs staan
voor u klaar