Wat dit jaar opvalt:
- Minder vragen om in te vullen dan in 2020. De extra vragen voor de Europese landbouwtelling (IFS) vervallen.
- Manier bepaling fosfaattoestand: P-CaCl2- en P-AL-getallen die aangeven hoeveel fosfaat er direct beschikbaar is voor het gewas
- Pas vanaf 15 maart mag drijfmest uitgereden worden op percelen bestemd voor de maisteelt op zand- en lössgronden wanneer het gras of groenbemester niet geoogst wordt. Uiteindelijk met verlenging moesten de maispercelen voor 31 maart aangemeld zijn bij RVO.nl.
- Bij de voorraadbepaling van dierlijke mest moet uitgegaan worden van de best beschikbare analysegegevens. (In volgorde: analyse van de gehele mestvoorraad, analyseresultaten van de afgevoerde mest per mestsoort van het gehele afgelopen jaar, analyseresultaten van de afgevoerde mest per mestsoort van het vorige kalenderjaar als er in het afgelopen jaar geen mest is afgevoerd en forfaitaire waarden.)
- De stikstofgebruiksnorm gaat voor alle bedrijven met 65 kilo per hectare omlaag: na grasland scheuren op zand- en lössgronden voor mais. Ook voor bedrijven op zand- en lössgronden, die scheuren om consumptie- en fabrieksaardappelen te gaan telen geldt deze korting.
- Alle mesttransporten zouden vanaf nu verplicht digitaal verwerkt en gevolgd moeten worden. Mesttransport van boer tot boer moet vooraf digitaal aangemeld worden. Leveranciers en afnemers moeten uiterlijk de volgende werkdag na het transport via een app van RVO.nl het transport bevestigen. De naam van de chauffeur moet daarbij in de eigen administratie vastgelegd worden. Omdat het systeem nog niet klaar is, is de verplichting doorgeschoven naar volgend jaar.
Elk jaar verzorgt de vlotte, joviale Brabander Gecombineerde opgaves voor minstens 100 klanten. “Wanneer we een datum inplannen vraag ik of de veehouder de grondmonsteruitslagen klaarlegt. Dat werkt lekker door. Ook is het handig om de opgaves van het vorige jaar bij de hand te hebben, dat scheelt weer opzoekwerk. Ik vraag dan of er ten opzichte van die ingevulde gegevens nog veranderingen zijn, die wijzig ik vervolgens.” Met deze aantallen en het gemak waarmee de jonge adviseur praat over deze werkzaamheden lijkt het bijna alsof het een routineklus is, die weinig spannends met zich meebrengt.
Belangrijk
Stef spreekt dat duidelijk tegen: “Na vijf jaar en vele honderden van deze registraties verder heb ik juist zin om dit voor een veehouder op te pakken. Aan de ene kant verandert er ieder jaar zoveel, dus blijf je alert op die wijzigingen bij elke klant. Daarnaast is het een heel dankbare taak waardoor je verschil maakt op elk bedrijf. Het is belangrijk om deze registratie goed te doen, want alles valt samen en financieel is dit zeker een essentieel moment van het jaar. Het gaat onder andere over geld wat je kunt ontvangen, subsidies die zeer welkom zijn op ieder bedrijf.”
Dit jaar vestigt de adviseur Mest & Mineralen extra aandacht op de bodemonderzoeken. Vanaf januari 2021 gebruikt de overheid een nieuwe manier van fosfaattoestand bepalen: P-CaCl2- en P-AL-getallen. Deze gecombineerde fosfaatindicator vervangt het PAL-getal voor grasland en het Pw-getal voor bouwland. Oude grondmonsteruitslagen met PAL of Pw blijven nog wel geldig. Zijn er oude en nieuwe bepalingen van de grond? Dan pakken we de gunstigste methode. Het mag in dit overgangsjaar dus met de oude of nieuwe methode. “De hoeveelheid extra fosfaat kan tussen de twee bepalingen behoorlijk verschillen. Soms is de oude bepaling gunstiger, soms de nieuwe. Een leuke puzzel", vertelt Stef enthousiast.
Overwegen waard
“Bedrijven die voor het scheuren van grasland - om plaats te maken voor mais of aardappelteelt - nog een snee gras maaien of weiden, kunnen 50 kilo stikstofruimte per hectare terugwinnen doormiddel van voorteelt gras. Dan ‘kost’ het nog maar 15 kilo stikstof per hectare voor scheuren. Voor de regelgeving is het belangrijk dat het gras tot 15 april daadwerkelijk grasland is en dat het geoogst (maaien of weiden) wordt. Groenbemester van het vorige jaar valt hier niet onder. Sommigen werken voor 15 april al het gras onder zonder voorteelt, de bodem kan in dat geval al aan het werk en de voedingsstoffen omzetten in stikstof.
Maar met de droge zomers die we de laatste jaren kennen en dit jaar de koude voorjaarsperiode, zien we groei van het gras nogal eens tegenvallen. Dan is het overwegen waard om toch te wachten met scheuren en met grassnede meer eiwit van eigen land in te winnen. Het nadeel hiervan is een mogelijk mindere maisopbrengst. Wanneer je rekening houdt met de hoeveelheid en soort bemesting kun je de opbrengsten van zowel gras als mais zo hoog mogelijk sturen. De factoren temperatuur en neerslag zijn niet te beïnvloeden, helaas”, zo legt Stef uit. Hij krijgt steeds vaker de vraag om uit te zoeken welke teeltplanning voor een specifiek bedrijf de beste uitkomsten geeft. Zelf benieuwd naar wat volgend jaar het beste past op uw bedrijf? Mail Stef en maak een afspraak om een jarenplan uit te stippelen.
Bij twijfel kijk ik het toch voor u na
Als het aan de Brabander ligt, is de Gecombineerde opgave een aanstekelijke materie. Hij ziet echter ook dat veehouders worstelen met de complexiteit van deze en andere gerelateerde regels. “Ik spreek weleens ondernemers die graag zelf deze administratie invoeren bij RVO, maar er niet altijd zeker van zijn dat het ook goed is ingevuld. Wat deze mensen niet altijd weten is dat ik bij twijfel ook kan helpen door niet al het werk over te nemen, maar dat ik aan het eind meekijk. Dat ik controleer of het correct is ingevuld.”
Hij vervolgt: “Ook help ik klanten bij elkaar te brengen als het gaat om verhuur of koop van betalingsrechten. Dit is lucratief voor beide partijen.
Nog drie weken
Met deze administratieve taak in het systeem van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) geeft ieder agrarisch bedrijf gegevens door voor de Landbouwtelling, de mestwetgeving en emissierapportages. Ook vraagt men hier een aantal subsidies en uitbetaling van betalingsrechten aan. De opgave staat open van 1 maart tot en met 15 mei 2021.