De Lely Sphere is een circulair mestverwaardingssysteem dat vaste mest en urine van elkaar scheidt en stikstofemissies omzet in waardevolle meststoffen. Het gaat daarbij om zo’n 10 – 15 kg minder ammoniak per koe berekende Arjan Prinsen (Kunstmestvrije Achterhoek) op basis van eerste inschattingen. Het systeem werkt met smalle strips tussen de roosters. Een collector rijdt over de vloer en sproeit water. Door de gaatjes van de strips verdwijnt de urine. De urine komt in een mestopslag met luchtwasser en de lucht wordt via onderdruk naar een verwerkingsinstallatie gezogen. Daar reageert de ammoniak met zuur tot kunstmestvervanger. Is het zuur verzadigd, dan wordt de kunstmestvervanger naar de opslag gespuid en begint de cyclus opnieuw.
ETS certificering CO2
De aanwezigen bespraken of er wellicht ook voor hen mogelijkheden zijn om koolstofcertificaten te verkrijgen via CO2-reductieprojecten. Waarbij voorkomen wordt dat de methaan uit de mest emitteert om zodoende broeikasgasuitstoot te voorkomen. Daarbij werd met name de Stichting Nationale Koolstofmarkt genoemd. Het principe van de certificaten is bemiddeling tussen degenen die CO2 opslaan en degenen die hun uitstoot willen compenseren. De uitdaging is erin gelegen dat de koolstofcertificaten vallen onder het Emission Trading System (ETS) en dat landbouw niet onder dezer regulering valt (Gerlagh en Heijmans, 2019). De Stichting Nationale Koolstofmarkt (SNK) richt zich op projecten in sectoren die buiten het ETS vallen. Sommige projecten onder SNK kunnen indirect, via andere markten, wel doorwerken in het ETS. “We rijden geen mest uit, maar voeren dagverse mest af. We halen de dagverse mest uit elkaar, bewerken de mest, waarmee we methaanemissie voorkomen en maken een kunstmestvervanger waarmee je ook andere emissies vermindert. Daarmee kan het een aanvullend, alternatief verdienmodel zijn voor degenen die mest bewerken” geeft Gijs van Poppel (Jumpstart) aan. In klein comité gaat men verder onderzoeken wat er mogelijk is.
Certificering voor producenten kunstmestvervanger
Fertigarant is een kwaliteitssysteem voor mestverwerkers waarmee ze een vrijstelling kunnen krijgen van de verplichte vrachtbemonstering bij de afzet van dikke fractie. Deze verplichting is een aantal jaar geleden ingevoerd om tot een betere handhaving te komen, met name voor de fosfaatgehaltes in de vrachten. Dit gaf veel kosten en vooral ongemak voor mestverwerkers. Met het kwaliteitssysteem Fertigarant, dat valt onder verantwoordelijkheid van de Stichting Mestafzetcontrole, kunnen mestverwerkers hiervoor een ontheffing krijgen. Met de certificering hoeven ze zelfs niet meer per vracht een monster te laten analyseren, omdat dat in het kwaliteitssysteem voldoende is meegenomen. Momenteel doen hier tien mestverwerkers aan mee. Dit functioneert naar volle tevredenheid bij zowel deze mestverwerkers als bij de Nederlandse overheid (LNV, NVWA).
Op dit moment werkt NCM eraan om vergelijkbare certificering op te bouwen voor producenten van kunstmestvervangers (Renure is de Brusselse term). “We hebben hiervoor een werkgroep opgezet met vanuit de overheid LNV, RVO en NVWA, en vanuit het bedrijfsleven afvaardigingen vanuit de melkveehouderij, varkenshouderij en de mestverwerkers”, vertelt Jan Roefs (Nederlands Centrum Mestverwaarding). “De insteek is enerzijds om een zodanig kwaliteitssysteem uit te werken dat het interessant is voor de deelnemers qua financieel belang en uitvoerbaarheid, en anderzijds dat de kunstmestvervangers – dit zijn fracties uit dierlijke mest – correct worden geproduceerd zodat ook de overheid geen probleem krijgt. Het idee is dat LNV in zijn mestbeleid gaat opnemen dat gecertificeerde bedrijven, zowel veehouders als mestverwerkers, straks gerechtigd zijn om kunstmestvervangers te produceren.”
Bent u bovengemiddeld op de hoogte van mestverwerking en/of mestbewerking, en wilt u een keer deelnemen aan een kennisdelingsbijeenkomst, dan kunt u contact opnemen met Harm Wientjes, coördinator van het project